Samen bang

In de krant stond een bericht over een jonge studente die vermist werd in Frankrijk. Haar moeder had al twee dagen niks van haar gehoord en had bezorgd de politie gebeld. Een paar dagen later werd de opsporing opgeheven want de vrouw was terecht: ze was vergeten aan haar moeder door te geven dat ze een paar dagen zonder bereik zou zijn.

Mijn vrouw en ik waren voor het eerst in de Dolomieten en voor het eerst om er te wandelen en voor het eerst in jaren ook zonder kinderen. Een geweldige ervaring om in dit prachtige gebied nu eens in de zomer te zijn i.p.v. in de winter.

Tegelijkertijd was onze dochter op reis in Azië met een vriendin. We hadden zo eens in de zoveel dagen via whatsapp contact met haar. Daarnaast gebruikte mijn vrouw ook de app “zoek je vrienden” waarop je dan kunt zien waar onze dochter zoal verbleef. Op deze manier hielden we contact zou je kunnen zeggen. Niet met een vooraf afgesproken frequentie of tijdstip maar je had zo wel een beetje het gevoel een oogje in het zeil te houden.

Na een paar dagen stokte de stroom van foto’s en korte berichten, het tijdstip waarop mijn dochter voor het laatst whatsapp had gebruikt én de locatiewijzer van de “zoek je vrienden-app” was uitgeschakeld.

In het begin denk je nog van: “Ach ze zal wel in de rimboe zitten zonder bereik”, maar na verloop van tijd begint je bezorgdheid toch toe te nemen. Je denkt dan: “Het zal toch niet waar zijn dat dit ons gaat gebeuren !” Om elkaar niet al te veel op te naaien en de gemoederen rustig te houden, houd je je onheilsgedachten zo veel mogelijk voor jezelf. Zo hadden we afzonderlijk van elkaar de begrafenis al 4 keer geregeld, de politie uitgelegd dat ze verdwenen was maar geen idee waar en ook stilletjes bedacht dat als we niet snel iets zouden horen we eerder dan gepland naar huis toe zouden gaan.

Het is een wonderlijk gevoel waarbij je je sterk wilt houden, niet aan het ergste wilt denken, geen onnodige paniek wilt zaaien, proberen te genieten van de prachtige bergen, proberen te ontspannen maar wel steeds bezorgder word.

Totdat je het niet meer kunt houden en openlijk aan elkaar durft toe te geven dat je allebei vreselijk ongerust bent en dat als er vandaag geen bericht komt we de volgende dag naar huis gaan. Een paar uur later op een terras in de zon op 2800 meter aan een heerlijke apfelstrudel kregen we een appje van onze dochter: ‘sorry had geen bereik was in de woestijn op een safari’. De opluchting was groot maar niet eens echt uitgelaten want ook dan wil je de ander niet aansteken, zelfs niet als het dreigende onheil achter de rug is. Een intens gevoel dat ik nog niet eerder zo samen gevoeld heb.

Toen ik 30 jaar geleden na mijn studie besloot om 3 maanden door Azië te gaan reizen had ik met mijn vader afgesproken dat wanneer ik in een grote stad zou aankomen ik hem een telegram zou sturen dat ik oké was. Er was toen nog geen internet dus moest je naar het postkantoor (GPO) om daar een telegram te versturen. Dat kostte je toen een halve dag en het ging ook nog eens van je reisbudget af. Mijn vader kreeg dan dagen later per post een bericht met de tekst: “ I am ok “, Otto.

Ik vraag me af of mijn vader zich eigenlijk al die tijd net zoveel zorgen heeft gemaakt als ik nu in die drie dagen dat onze dochter uit de lucht was. Vast wel, maar toch anders. Vandaag kunnen we elk moment van de dag zien waar iemand is, wat iemand doet en vooral waarom. Het geeft ons een gevoel van rust, controle en veiligheid tot dat er iets onverwachts gebeurt. Dan ben je samen bang.

Moordkuil

Ik las ergens dat het nu de tijd is dat je je emoties rustig de vrije loop mag laten. Als je boos bent of depressief door de corona-crisis gooi het eruit want anders krijg je daar later nog veel meer last van. Lekker advies zeg! 

Zeker nu de Amerikaan is begonnen met het hamsteren van wapens. De gunshops krijgen het spul niet aangesleept en het duurt niet lang meer of er komt een tijdslot speciaal voor ouderen waarin zij ongehinderd hun inkopen kunnen doen. Je moet er immers niet aan denken dat een bejaarde met een doorgeladen pistool ruw onder de voet gelopen wordt door een ongeduldige jongere die net de laatste Uzi voor je neus uit het schap weggrist. Amerika is in vele opzichten altijd al een voorbeeld geweest voor de rest van de wereld en dat is nu ook weer de verwachting.

Want als de beperkende maatregelen van de regering nog veel langer zullen blijven gelden om het virus de nek omgedraaid te krijgen gaan ook wij terug naar de basis. De basis waar wij vandaan komen: kill or to be killed, de wet van de sterksten, alles voor ons eigen en God voor ons allen. De zogenaamde overlevingsmodus. 

In Amerika hebben ze de fatsoen- en betamelijkheidsfase al overgeslagen, als ze daar überhaupt weet van hebben, door niet eerst naar je naasten om te kijken, afstand te houden of te beginnen met hamsteren van wc-papier of lang houdbare levensmiddelen als pasta of rijst. Nee, daar hamsteren ze wapens.

Het is een kwestie van tijd dat ook wij hier in Europa in de overlevingsstand geraken. We verliezen ons fatsoen en stijl en trekken ons terug in onze burchten en verdedigen alles wat we hebben met hand en tand. Iemand hoeft maar te wijzen of hij krijgt een loop op zijn neus gericht net op een moment dat we even niet zo lekker in ons vel zitten. 

We zitten in een orkaan van onzekerheid, emoties, beperking van onze vrijheid en wat al dies meer zij. Als wij nu ook nog eens onze emoties gaan tonen met een bazooka in de ene hand en een paar handgranaten in de andere dan komen daar geheid ongelukken van. Maak van je hart geen moordkuil.

Moeilijk te volgen

In deze crisistijd worden we  overspoeld met adviezen waarvan het onduidelijk is hoe je daar mee om moet gaan. Dit is ook een van de redenen dat niet iedereen ze opvolgt. En ik begrijp dat. 

Zo kreeg ik bijvoorbeeld een mail van de NRC, toch niet de minste kwaliteitskrant van Nederland, die in haar rubriek ‘Slim Leven’ adviezen geeft om deze tijd, van op elkaar gepakt thuiswerken, toch iets dragelijker te maken.

Ik moet erbij zeggen dat het door ‘ervaringsdeskundigen‘ wordt geadviseerd, maar goed als zij het zeggen moet het werken. Het is in ieder geval vertrouwenwekkender dan al die zogenaamde deskundigen die, niet gehinderd door enige kennis, van alles de wereld inslingeren.  

Hun advies luidt: Om het thuiswerken dragelijker te maken moeten we 4 dingen doen: werk, werk, seks en werk. En dat dan iedere dag.

Hoe verwarrend kan het zijn.  De premier drukt ons op het hart om vooral afstand te bewaren en dan liefst minimaal 1,5 meter en dan krijg je dit advies! Met de beste bedoelingen van de wereld lijkt mij dit toch lastig na te leven.

Psychiaters adviseren om slechts 1 keer per dag de nieuwsberichten te bekijken en op zoek te gaan naar informatie die je niet somber of bang maakt. Nou dan spreekt zo’n tip van de NRC mij in eerste instantie best aan, ook al is het (nog) niet bevestigd door het kabinet of het RIVM.  

Maar als men wil dat iedereen eensgezind alle adviezen opvolgt die er worden gegeven helpt het dat men eenduidig communiceert en toeziet op de praktische uitvoerbaarheid. Anders wordt het niks met het indammen van het virus. Het is een verwarrende tijd dat is zeker.

Door Corona gelukkiger worden

Ik las onlangs een artikel over de beroemde ‘geluksprofessor’ Richard Layard. Hij betoogt dat als we gelukkiger willen worden we iemand anders moeten helpen. Daarbij is het van groot belang om jezelf onderdeel te voelen van iets dat groter is dan jezelf. Me dunkt dat we momenteel in iets groters verwikkeld zijn dan onszelf en dat, nu de nood aan de man is, het vanzelfsprekend is dat we anderen helpen. Conclusie we kunnen alleen maar gelukkiger worden door de Coronacrisis. 

Dat geluk ook wordt bepaald door onze staat van gezondheid blijkt uit onderzoek onder mensen die leven in de Blue Zones, een aantal gebieden op aarde waar de mensen extreem oud worden. Een van de conclusies was dat als men behoort tot een groep van gelijkgestemden en regelmatig samenkomt dit een positieve invloed heeft op de gezondheid. Dus niet via Facebook, Instagram of een Whatsapp-groep maar echt in levenden lijve samenkomen. 

In de huidige noodgedwongen bijna compleet contactloze maatschappij zullen we voor dat effect nog even geduld moeten hebben.

Iets opbeurends ……

In deze tijden van total-lock-down door de Corona crises heb ik vreselijk de behoefte aan iets opbeurends. Iets dat mij vrolijk maakt. Al het nieuws over de vele slachtoffers , de meningen en voorspellingen van experts en meninggevers zonder kennis (MZK) maken mij toch somber. Zelfs de grappig bedoelde filmpjes die ik ongevraagd krijg toegestuurd helpen mij niet echt. Ik moet me dwingen om mij open te stellen voor echt vrolijker zaken die gelukkig ook nog gebeuren hoe spaarzaam ook in deze tijd.

En ik heb iets gevonden. Het gaat over la Meis oftewel onze enige echte Sylvie Meis. Ik volg haar al jaren op de voet en ook al heb ik geen idee wat ze de hele dag doet ik vind haar echt een fenomeen. Het is zo’n vrouw die nooit ouder wordt en als enige het geheim bewaart hoe je eeuwig jong blijft. Het is zo’n vrouw waarbij je je niet kunt voorstellen dat ze ooit naar de wc gaat of een bad-hair-day heeft. Of ze nu de kerstboom versiert, de kliko aan de straat zet of iets onbenulligs als een paar schoenen uitzoeken om de tuin winterklaar te maken, het maakt niet uit. Ze weet van ieder moment een moment te maken waar haar fans naar uit kunnen kijken. Dag en nacht 24 uur lang mooi zitten te wezen vind ik onvoorstelbaar knap. Dat moet topsport zijn.

En nu hoorde ik het grote nieuws dat ze weer gaat trouwen. U herinnert zich nog het sprookjeshuwelijk met de heer Van der Vaart dat om, voor mij, onverklaarbare redenen op de klippen is gelopen. Ze heeft een nieuwe liefde gevonden waarmee ze haar leven wil delen. De geluksvogel heet kunstenaar Niclas Castello. Hij is het die het aandurft om zijn leven met, naast en vooral achter La Meis te delen in goede en in slechte dagen. Zo sprookjesachtig als haar eerste huwelijk zo spookjesachtig lijkt dit festijn te gaan worden. Ze gaan namelijk trouwen in Florence. De meest romantische stad op aarde waar volgens mij op dit moment andere zorgen dreigen. Maar niet voor La Meis die kiest haar eigen weg met Corona of zonder. Ik weet één ding zeker: als ik zou worden uitgenodigd ga ik zeker. Die gedachte beurt mij op.

Gaatjes knippen

De regelmatige treinreiziger zal het wellicht al niet meer opvallen: het grote aantal conducteurs bij de Nederlandse Spoorwegen dat één of meerdere oorbellen draagt. Het is werkelijk opvallend hoeveel mannelijke medewerkers de oren met gaten heeft doorboord en voorzien van de meest uiteenlopende ijzerwerken.

Ik reis de laatste tijd voor mijn werk nogal vaak met de trein en mijn gedachten verdwalen dan nog wel eens in opmerkelijke theorieën. Zo ook nu door mijn verwondering over het grote aantal oorbellen van de conducteurs. Ik kwam al mijmerend op de volgende theorie.

Vroeger waren de kaartjes gemaakt van stevig karton en van een formaat dat niet veel groter was dan 3 x 2,5 cm o.i.d.. De conducteur had toen een simpele edoch zeer resolute gaatjestang waarmee hij het kaartje voorzag van een gaatje als bewijs van controle. De conducteur van vandaag heeft een opzichtig en ingewikkeld uitziende handterminal die meer weg heeft van een broodtrommel met een schermpje dan van een kaartjestang zeker in combinatie met de holster die hij/zij daarbij draagt die bij een cowboy in het wilde westen niet misstaan zou hebben. Die handterminal knipt geen gaatjes maar scant de ov-pas in een vloeiende beweging waarbij je het gevoel krijgt dat hij in een oogopslag je hele doopceel voorbij ziet komen, allemaal heel snel en heel efficiënt.

Het kan dus zijn dat de NS-medewerker, de meeste hebben de overgang zeker meegemaakt, het toch niet heeft kunnen verwerken dat ze geen mooie ronde gaatjes meer in de kaartjes mogen knippen. Deze daad van macht was immers echt definitief en niet meer te herstellen. Als compensatie heeft een groot aantal de hand aan zichzelf geslagen en de gaatjesknipdrift botgevierd op hun eigen lichaam en misschien ook wel op elkaar. Het klinkt misschien raar maar het moet iets met elkaar te maken hebben.

Oh My God

Ik had onlangs een discussie met iemand over religie en het feit dat er zoveel mensen zijn die de kerk de rug toe hebben gekeerd, maar dat de belangstelling voor zingeving, inspiratie en spiritualiteit in een mensenleven nog steeds groeiende is. Daarbij kwam ook ter sprake dat van de afgedrevenen een teleurstelling zich meester had gemaakt dat als die God dan bestond waarom er dan toch nog zoveel ellende in de wereld was.

Maar waarom laat onze helaas verscheiden nationale troubadour A. Hazes Sr. dan in zijn befaamde smartlap een vlieger op met een brief aan zijn moeder die in de hemel is? En waarom zie ik ieder jaar vele duizenden fietsers de flanken van de Alpe d’hu(z)ez trotseren met het vaste geloof dat hun dierbaren daar in de hemel iets van mee zullen krijgen?

Men gelooft in ieder geval in iets dat boven hen uitstijgt qua voorstellingsvermogen voor zover dat überhaupt noodzakelijk is. Men heeft daar niet het antieke en traditionele beeld van een kerk, een dominee of pastoor bij nodig. Heeft men het instituut met al haar rituelen vaarwelgezegd maar ook het geloof? Het lijkt erop dat velen de baby met het badwater hebben weggegooid zonder te erkennen dat men ergens in gelooft of wil geloven.

We kennen allemaal deze ervaringen van mensen die eindelijk een alibi lijken te hebben gevonden om niet meer in die ene God te hoeven geloven en over mogen gaan tot de orde van alledag om zo ook dit hoofdstuk in hun leven als afgedaan te kunnen beschouwen. Het ruimt lekker op en maakt het leven weer een beetje overzichtelijker.

Maar doen mensen zichzelf niet te kort om deze inspiratiebron links te laten liggen?

Ook ik heb het geloof als pap op jonge leeftijd ingegoten gekregen zonder daar vreselijk veel vragen en kritische kanttekeningen bij te plaatsen. Ook ik heb vaak getwijfeld over de zin en onzin van geloven en ook ik ben meerdere keren afgedreven geweest. Maar wat ik altijd heb gehouden is een lijntje, dun of dik, richting het geloof.

Het openbaarde zich in al die jaren in veelsoortige verschijningen van heel positief en opwindend tot kritisch en vrijwel afwezig of zelfs slapend en comateus. Maar wel altijd aanwezig. In de tijd heb ik geleerd en ervaren dat het geloof voor mij een inspiratiebron is die mij in blijde maar ook in donkere tijden kracht of inzichten geeft waar ik iets aan had. Voor mij is dit het geloof maar ik haal ook kracht en inspiratie uit andere bronnen zonder daarbij af te vragen van wie of waar het afkomstig is. Helpt het mij dan laat ik het binnen, zo niet dan laat ik het liggen en ga ik voort met het leven. Een leven zonder inspiratie is een leven zonder water en zonder zuurstof.

Ik wens iedereen dan ook toe om deze, voor mij in ieder geval rijke bron, niet terzijde te schuiven als totaal ongeschikt of onbruikbaar maar laat het toe en doe er je voordeel. Wegdoen kan altijd nog.

Files zijn een feest

Files zijn een feest

Ik weet niet of u dezelfde afwijking hebt maar als ik iemand aan de telefoon heb gesproken die ik nog nooit in levende lijve heb gezien probeer ik mij altijd een voorstelling te maken hoe die persoon er uit ziet. Iemand met een hoge stem stel ik voor als klein en poezelig en iemand met een donkere sonore stem moet er donker en mollig bijzitten met de benen op het bureau. 

Hetzelfde heb ik als ik naar de radio luister en vooral als ik in de file sta. Het mag niet, dat weet ik, en sinds ik een documentaire heb gezien over mensen die whatsappend iemand dood hadden gereden leg ik mijn telefoon in de achterbak zodat ik er niet bij kan. Maar af en toe kan ik de verleiding niet weerstaan en als de file maar lang genoeg is zoek ik het gezicht bij de stem en luister ik opeens op een geheel andere wijze dan daarvoor.

In het bijzonder bij Heleen de Geest. Zij leest dagelijks de filemeldingen voor op de radio.  In een file zitten is al erg genoeg maar als Heleen op de zender is dan zit ik toch met een ander gevoel mij te verbijten over wat en of wie heeft er nu weer een opstopping veroorzaakt: een slecht onderhouden vrachtwagen met pech of een te hoge lading of een of andere zondagsrijder die zo nodig voor het eerst in zijn leven met de caravan op stap moet en de hele mikmak middels een schaarbeweging in de berm heeft geparkeerd. 

Nee, dan Heleen die met haar warme en duidelijke stem spreekt  met veel compassie voor al die geërgerden die te laat op hun bestemming aan zullen komen. En sinds ik weet hoe ze eruit ziet wordt ik rustig en kan ik eenvoudig loslaten en kunnen mij de files niet lang genoeg duren. Het is geen garantie maar als u op een P staat of bij een benzinestation zoek het gezicht eens op dat hoort bij de stem. Een waarschuwing is wel op zijn plaats: het kan tegenvallen !

Follow by Email
LinkedIn
LinkedIn
Share
Instagram