Bijsluiter

Ik weet niet hoe het u is vergaan deze week maar ik had last van hoofdpijn. Ik ben niet zo’n medicijngebruiker en denk al snel dat lost het lijf zelf wel op. Maar het duurde aan en dus besloot ik een paracetamol te nemen. Ik pakte een nieuw doosje waar de bijsluiter nog in zat en las over de werking en bovenal over de bijwerkingen. Ik dacht nog dat kan niet veel zijn maar tot mijn verbazing zag ik toch wel wat verschijnselen die je je ergste vijand nog niet toewenst. En dan weet ik niet eens wat al die aandoeningen betekenen, niet fijn om te krijgen. We nemen zo’n pil eigenlijk zonder daarbij na te denken. Het is zo gewoon als een gekookt eitje bij het ontbijt. Ik noem er een paar die kunnen optreden: sedatie, depressie, verwardheid, hallucinaties, hoofdpijn, visusstoornissen, (draai)duizeligheid, afwijkingen in het bloedbeeld zoals agranulocytose, trombocytopenie, (trombocytopenische) purpura, leukopenie, neutropenie, hemolytische anemie, koorts, malaise en tremor.

Ik moest denken aan het festivalseizoen dat weer teneinde is en waar de bezoekers frank en vrij hebben kunnen losgaan en nu nog aan het nagenieten zijn van die heerlijke muziek, drank, leuke mensen en de pilletjes die daar onlosmakelijk bij genuttigd dienen te worden. Die pilletjes noemt men partydrugs. Het lijkt een verkoopslogan maar de naam suggereert dat er geen party een party is zonder drugs. 

Nu is de gemiddelde bezoeker van een festival geëngageerd, algemeen ontwikkeld, leeft bewust, heeft interesse in cultuur, heeft de middelen (een festival is tegenwoordig best prijzig) en beschikt over een bepaalde mate van intelligentie. 

Maar als het gaat over het innemen van een pilletje dat gemaakt wordt in een oude ranzige vervallen schuur, waar tot voor kort nog een paar honderd fokzeugen in te kleine hokken lagen te stinken, dan is dat eigenlijk wel ok. Maar ook de makers zijn niet door headhunters bij grote laboratoria en universiteiten weggelokt om dit spul te maken. Goed opgeleid met een zuiver moreel kompas die het wel zien zitten om de jeugd van tegenwoordig een onvergetelijke avond te bezorgen. 

Zo weinig vertrouwen dat we hebben in “big pharma “zoveel vertrouwen hebben wij in deze criminelen die maar één belang hebben zoveel mogelijk geld te verdienen. Dat is ook wel de enige overeenkomst tussen beiden maar daar houdt het wel op. 

Oud-minister Grapperhaus deed ooit de oproep om niet alleen de fabrikanten op te pakken maar evenzeer ook de consument te bewegen deze troep gewoon niet meer te gebruiken. Want als de vraag er niet meer is verdwijnt ook het aanbod, was zijn redenering. Misschien is het een idee om een bijsluiter bij die partydrugs te leveren als men na gebruik van die troep nog wel kan lezen te minste. 

Beschilderde mensen

Ik weet niet hoe het u is vergaan deze week maar ik verwonder mij over de vele beschilderde mensen. Overal waar ik kijk zie ik ze en de mensen laten de beschilderingen ook zo graag zien. En ik begrijp dat. Het heeft veel pijn gedaan om die schilderijen aan te laten brengen om maar te zwijgen over de pijn die men in de beurs gevoeld moet hebben. 
Ik stond in een winkel te wachten voor de kassa en voor mij zag ik een gespierde man met prachtige beschilderingen op zijn kuiten. Ik had geluk de rij was lang dus genoeg tijd om het kunstwerk te bewonderen. Ik zag wat data in romeins schrift die kennelijk belangrijk voor hem waren en waarschijnlijk ook om ze vooral niet te vergeten. Want stel je eens voor dat je je trouwdag of de verjaardag van je kind zou vergeten, dan kun je ze beter op je been laten schilderen. Het enige ongemak hierbij was wel dat ze op zijn kuit waren geprojecteerd dus nog niet zo simpel om te zien als je dan toch even een geheugensteuntje nodig hebt. En bovenal niet ongemerkt te raadplegen op een dag dat zijn vrouw aan hem vraagt wanneer ze ook alweer getrouwd zijn en hoe lang. Bedenktijd nemen is op zo’n moment een afknapper en niet bevorderlijk voor de relatie. 
Ik vind het een moeilijke situatie want hoe lang kun je met goed fatsoen iemand aanstaren en in vervoering raken van een kunstwerk op iemands lichaam zonder in de problemen te geraken: een handgemeen, iemand voelt zich bekeken, geïntimideerd en toont agressie of angst. Verwarrend want in een museum word je juist uitgenodigd een kunstwerk te bewonderen en er de tijd voor te nemen om eens pontificaal recht voor een schilderij een uur lang te staan genieten. En als je een museumjaarkaart hebt is het ook nog helemaal gratis, nou ja gratis. Maar toch.
Een nieuwe etiquette is geboren: “ Meneer mag ik even naar uw beschilderingen kijken?”

Zo kun je er ook naar kijken

Vandaag de dag een vliegreis maken is een hele toer. Niet alleen maar omdat je voor vertrek al een schuldgevoel hebt over de CO2 uitstoot die je gaat veroorzaken maar zeker ook omdat je die mallemolen van veiligheidschecks door moet om überhaupt in de vliegmachine te kunnen geraken. Ik heb dan altijd last van een autoriteitsprobleem als ik door weliswaar goedbedoelende maar daardoor niet minder irritante veiligheidsmedewerkers verzocht wordt nog net niet mijn onderbroek uit te trekken maar wel mijn broekriem, schoenen en ander verdacht materiaal waar mogelijk ongewenste explosieven in verstopt zouden kunnen zitten. De weerstand die dit bij mij oproept veroorzaakt een dermate slechte energie dat ik het niet ondenkbaar acht dat hierbij ook veel CO2 vrijkomt. Omdat we allemaal de verantwoordelijkheid hebben een bijdrage te leveren aan de reductie van dit probleem werd mij de oplossing, zoals wel vaker, van dichtbij aangereikt. 

Ik reisde met mijn vrouw en zoon naar Schotland en ik maakte me in de vertrekhal al druk bij het vooruitzicht van dat cordon aan veiligheidsmensen die met een genoegzame blik ons handenwrijvend stonden op te wachten. Mijn slechte humeur stond duidelijk met kapitale letters op mijn voorhoofd geschreven. Mijn zoon zag aan mijn uitstraling al duidelijke signalen van bovenmatige uitstoot van slechte energie en vroeg aan mij: “Pa waar maak je je eigenlijk druk om?” Een vraag naar de bekende weg wat mij betreft, want we kennen elkaar al een tijdje. Waarop hij zelf het antwoord gaf met een stralende glimlach op zijn gezicht: “ Ik ben altijd blij dat deze mensen er zijn. Het geeft me een gevoel van veiligheid dat ik straks niet met een of andere bomgordelterrorist naast mij in het vliegtuig zit”. Ik dacht: “Zo kun je er ook naar kijken”.

Kijk naar wat medewerkers doen, niet naar wat ze zeggen

In een tijd dat de vergrijzing zich daadwerkelijk laat gelden met als gevolg een overspannen arbeidsmarkt en het steeds moeilijker wordt voor organisaties om de kwaliteit van de dienstverlening op peil te houden, te groeien en plannen uitgevoerd te krijgen ligt de oplossing zeer waarschijnlijk onder uw neus. Dure campagnes om mensen te werven, in te werken, erachter komen dat de persoon toch niet helemaal voldoet, zzp-ers inhuren is wellicht te voorkomen als we bereid zijn op een andere manier naar het reeds aanwezige arbeidspotentieel te kijken. Uit onderzoek blijkt dat 63% van de HR-professionals ziet dat er teveel onbenut potentieel is in hun organisaties. Ook bij gemeenten wordt te weinig gekeken naar wat men aan potentieel in huis heeft want nog steeds 16% van de totale loonkosten wordt besteed aan extern ingehuurde krachten. Met tarieven tussen de €150 – €250 per uur excl. btw is het best de moeite om eens te kijken binnen de organisatie of daar niet wat te halen valt.

Er is hoop want onlangs werd bekend dat organisaties wat ruimer kijken naar wat ze echt nodig hebben aan competenties. Men kijkt nu meer naar vaardigheden dan naar opleidingen en dus lijkt men van de nood een deugd te maken. En dat is verstandig, sterker, iedereen zou dat moeten doen. Immers door te kijken naar wat mensen doen en niet naar wat ze zeggen (lees: blinkende cv’s en mooie praatjes) weet je pas echt wat iemand in zijn mars heeft en waardoor hij/zij gemotiveerd wordt en hoe je daar als organisatie gebruik van kan maken. Het is al langer bekend dat medewerkers nooit alleen maar vertrekken voor het geld of een leaseauto. Men wil uitdaging, erkenning, vrijheid, groei en autonomie in het uitvoeren van de taken. En als je dan ook nog cross-functioneel, dus tussen afdelingen, verbindingen legt is een oplossing voor de tekorten opeens zichtbaar en dichtbij. Een schone taak voor al die HR-professionals die naar dat onbenutte potentieel zitten te kijken: maak het zichtbaar en zet het in.

Benut het potentieel van je medewerkers en bespaar miljoenen

We komen volgens onderzoek gemiddeld 2,7 keer per week in de supermarkt. Dat is afgerond zo’n 150 keer per jaar. Nu schijnt de loyaliteit van de gemiddelde klant de laatste jaren te zijn afgenomen. Men gaat, zeker nu met die hoge prijzen, vaker shoppen voor de beste aanbiedingen maar over het algemeen blijft men uit gemak en omdat men de weg kent naar dezelfde supermarkt (formule) gaan. De concurrentie is hevig en we worden in de media doodgegooid met aanbiedingen en leuke spotjes. Om u een idee te geven spendeerden Albert Heijn en Jumbo in 2021 aan reclame respectievelijk € 88.000.000 en € 95.000.000 (Adformatie). Kan dat niet een beetje minder vraag ik mij af.

Ik wil hierbij de herkenningscoëfficiënt (HC) introduceren. De HC geeft aan het aantal bezoekers per tijdseenheid dat door een medewerker wordt herkend én de bezoeker dat ook als zodanig verbaal en/of non-verbaal heeft opgemerkt en zich welkom voelt.

Ik durf te beweren dat de HC van menig supermarkt rond de 0% schommelt. Ik kom nu ongeveer 30 jaar in dezelfde supermarkt, dat is dus zo’n 4500 keer. De medewerkers zijn in de tijd wel gewisseld maar niet ieder jaar geheel ververst dus een paar honderd keer heeft men zeker de gelegenheid gehad mijn gezicht te onthouden. Als ik de tijdseenheid van 30 jaar aanhoud en het aantal keren dat ik herkend ben dan krijg ik te veel cijfers achter de komma vrees ik.  

Tenzij het overgrote gedeelte van de medewerkers in de supermarkt lijden aan een speciale vorm van Alzheimer begrijp ik niet dat de herkenningscoëfficiënt bij supermarkten zo laag is. Het is daarom zo opmerkelijk omdat onderzoek uitwijst dat herkenning gezien wordt als een vorm van waardering voor de loyaliteit van de klant. Herkenning geeft een positief gevoel en zorgt dat mensen terug blijven komen. En zeker als het gemeend en authentiek gebeurt. En het goede nieuws is: het kost niets. Zo kun je miljoenen besparen op reclame door de medewerkers te trainen op herkenning van de klant. 

Waarheen waarvoor

Mensen maken een organisatie, immers zonder mensen is er niets. En een succesvolle organisatie beschouwt, als het goed is, de ontwikkeling van haar medewerkers als prioriteit no. 1. Immers zonder is er niets: geen groei, geen innovatie, geen rendement, geen toekomst.

Het is dus belangrijk om voortdurend te kijken of de doelen nog wel gehaald worden met de beschikbare competenties binnen de organisatie of dat er wat aan gedaan moet worden om klaar te zijn voor de toekomst. Een continu proces waar iedereen bij betrokken moet zijn.

Uit onderzoek blijkt echter een trend zichtbaar dat de regie over het up-to-date houden van kennis en vaardigheden steeds meer verschuift van de werkgever naar de medewerker zelf. Het is dus niet de organisatie maar de medewerker die bepaalt wat hij/zij nodig heeft. Dat lijkt mij een risicovolle ontwikkeling. Natuurlijk heeft de medewerker een verantwoordelijkheid zich een leven lang te blijven ontwikkelen maar zonder richting en prioriteit van het management loop je het risico dat als een medewerker zichzelf blijvend ontwikkelt het niet past bij de ambities van de organisatie. Bedrijven als Philips en Schiphol kunnen daarover meepraten. Maak er dus een gedeelde verantwoordelijkheid van en denk samen na waar het met de onderneming naar toegaat en wat daarvoor nodig is. Het zou toch vreselijk zijn dat je onverwachts geconfronteerd wordt met mensen met de verkeerde competenties? 

Maak er de “Prio Nummero Uno” van en rol de rode loper uit voor de HRD-professional en geef deze een prominente plek in het MT zodat de ambities ook door de juiste mensen kunnen worden gerealiseerd. Dat is beter en goedkoper dan allerlei noodverbanden te moeten aanleggen en hijgend achter de feiten aanlopen.

Als zij er toch niet waren

Ik weet niet hoe het u is vergaan deze week maar ik heb mij nogal verbaasd over de berichtgeving omtrent de beloning van de grote baas van Ahold. De Volkskrant rekende uit dat hij 122 keer meer verdiend dan de werknemer op de vloer in de winkel. 

Gezien de hoogte van het bedrag dat de CEO getoucheerd heeft moet hij een wel heel bijzondere prestatie geleverd hebben. Een prestatie op championsleague nivo. 

Ga maar na de omzet van Ahold is in 2020 explosief gegroeid en zoals een CEO in zijn eentje verantwoordelijk is voor het gehele reilen en zeilen van de company is het natuurlijk meer dan terecht dat hij daarvoor alle credits krijgt. En zeker als je in aanmerking neemt wat de man een verantwoordelijkheid heeft en die druk en die onmisbaarheid dat als jij er niet meer bent het gehele bedrijf plots stuurloos en failliet gaat. Hoe ga je daar mee om. Dankzij hem en hem alleen en een aantal onbeduidende externe omstandigheden als een pandemie waardoor 80 % van jouw concurrentie knock-out in de hoek ligt, heeft Ahold het geweldig gedaan. Slechts 1 minpuntje moet nog wel vermeld worden en dat is dat de winst door wat kostenstijgingen ietsje lager was. Een kniesoor die daarover valt en je moet wat te zeiken hebben niet waar? 

Het had immers ook heel anders kunnen uitpakken. Men had ook zomaar eindeloos veel verlies kunnen draaien zoals veel andere bedrijven hebben gedaan. Maar door een uitgekiende marketingstrategie, uitmuntend leiderschap, kansen afwegen en pakken, écht ondernemen en risico’s nemen door scherp aan de wind te zeilen met een duidelijke visie is dit de successtory van de eeuw. Een duidelijk gevalletje van: “succes is een keuze”. Echt een bovenaardse prestatie. Ik zie hem al shinend als een hond met zeven nullen op het schoolplein, in zijn spaarzame tijd te wachten op zijn kind met al die moeders die hem met open mond vol bewondering staan aan te gapen. De nominatie voor CEO van het jaar is voor hem een zekerheid. Als hij er toch niet was wat zou de wereld er toch vreselijk uitzien.

En dan die vuilnisman die zonder een academische opleiding onvermoeid in weer en wind slechts alle rotzooi van de hele wereld opruimt. Slechts door een uitgekiende strategie, logistiek en efficiency van de hoogste orde, leiderschap dat de mensen motiveert, klantgericht en stipt op tijd volgens afspraak, risico’s en kansen afwegend en altijd de juiste keuzes maakt weet hij de omgeving van alle Nederlanders slechts leefbaar en vooral gezond te houden. Hij zorgt dat er geen ratten en ander ongedierte in onze huizen en straten zijn. Om maar te zwijgen over de onverdraaglijke stank en het risico van ziektes die bij warm en zonnig weer de neusvleugels binnendringt.  Als hij er toch niet was wat zou de wereld er toch vreselijk uitzien. 

Monopoly

Monopoly

Sinds de Corona-pleuris is uitgebroken zijn de rekenmeesters in en over Nederland in rep en roer. Instituten als het CPB, CBS, OESO, IMF, PBL, DNB etc., dé gidsen voor de beleidsmakers van ons land, zijn naarstig bezig ergens toch een beeld voor de toekomst te schetsen waar we ons aan vast kunnen klampen of direct van in een depressie kunnen raken.

Zo kwam het CBS onlangs met het ontzagwekkende bericht dat in het eerste kwartaal van dit jaar ons bbp met slechts 1,7 % is gezakt. Hoopvol bedoelt maar pas sinds 15 maart, 2 weken voor het einde van het eerste kwartaal, werd pas duidelijk wat er aan de hand was en voordat iedereen de consequenties een beetje door begon te krijgen zaten we al in het 2ekwartaal. Dus niet echt een cijfer om hoop uit te putten zeker niet met de wetenschap van vandaag. 

Een andere niet onaanzienlijke rekenmeester De Nederlandse Bank kwam met de ontzagwekkende berekening dat onze economie dit jaar krimpt met 6,4 %. Maar, zeggen ze erbij, het kan ook nog meevallen en tegenvallen vandaar dat we (DNB) berekend hebben dat het ook 3,4 % kan zijn of 11,8 %. Geen 11,9 % of 11,3 %, nee exact 11,8%. 

Wat moeten we met deze berichten vraag ik mij af?

Ik moest denken aan vroeger toen ik met mijn broers en vrienden monopoly speelde. Als er op een moment nog maar één iemand alle straten en al het geld bezat was er geen plezier meer aan en besloten we het spel stop te zetten en nieuwe regels te maken waardoor het spel weer leuk werd. Dit is wat er nu aan de hand is. Het spel is niet meer leuk, de slachtoffers zijn er velen behalve dan de Bezossen en Gatesen van deze wereld. Het is tijd voor nieuwe regels en als we blijven denken in oude structuren en modellen blijft het spel vervelend en haken de deelnemers af. 

Zo hoorde ik onlangs Koen Teulings, voormalig rekenmeesterbaas van het CPB en tegenwoordig hoogleraar Economie aan de universiteit van Cambridge. Hij betoogde dat het percentage schuld dat de overheid nu mocht hebben van 60% eigenlijk veel te laag was. Het zou hoger moeten zijn. Die 60% is overigens een politieke keuze die we zelf hebben bedacht, gewoon door 150 tamelijk opgeleide 2e Kamerleden die eigen afwegingen maken.

Men zegt wel eens: morgen is er niks en vandaag is wat er is. Dat betekent dat we alles zelf te bepalen hebben en als het niet past dan veranderen we het. Zo hebben we alles in het leven in de tijd zelf bepaald als de omstandigheden daar om vroegen. Mensen aan de praatshowtafels pleitten de laatste maanden voor een ‘reset”, alles weer op nul en kijken hoe we verder moeten, net zoals wij vroeger het Monopolyspel resette omdat het niet meer leuk was. Waarom we deze drang juist nu hebben is mij overigens een raadsel en waarom we dit niet vaker doen. Het zal te maken hebben met iedereen in hetzelfde schuitje, stilstand van alles en tijd om na te denken en te reflecteren. Voor een leuker spel waaraan iedereen kan deelnemen. 

Normaal dankzij de bindi

Op 1 juni zijn de beperkende maatregelen van de intelligente lockdown versoepeld en kunnen we ons weer wat vrijer bewegen. Sterker, als u van plan bent een demonstratie te organiseren en veel mensen weet te mobiliseren is het “party-as-usual“ want geen autoriteit zal u een strobreed in de weg leggen. 

Maar een leven naar normaal, voor zover het leven überhaupt ooit normaal was en zal worden, gaat niet gebeuren zolang er geen 100% werkend vaccin is gevonden. Tot die tijd zullen we ons moeten behelpen met de corona-test die vanaf 1 juni voor iedere Nederlander gratis beschikbaar is. 

Maar of je nu immuun bent of het niet onder de leden hebt in beide gevallen is het lastig dat van de buitenkant te zien. En zeker wanneer je geweten je bezwaart om je te laten vaccineren is het fijn als dat op een of andere manier zichtbaar is.

Nu dragen Hindoes een stip op het voorhoofd. Het heet een Bindi wat druppel of oog in Hindi betekent. Eerst alleen door vrouwen gedragen maar nu is het een modeverschijnsel voor man en vrouw en kun je het in alle kleuren van de regenboog kopen en op je voorhoofd plakken. Hindoes gebruiken het om te communiceren of ze getrouwd zijn, naar een tempel zijn geweest of tegen onheil. Iedereen kan er zijn/haar eigen betekenis aan geven. Er zijn zelfs Hindoes die het zien als een extra ‘oog’: het derde oog. Dit is een symbolisch oog dat naar binnen is gericht zodat je je eigen gedrag en gedachten kunt bekijken. Ook handig om in deze barre tijden een hulpmiddel bij de hand te hebben om te kunnen reflecteren. 

Als we nu allemaal een bindi op ons voorhoofd plakken kunnen we ook weer normaal met elkaar omgaan, tenminste als het Outbreak Management Team dan wel duidelijk aangeeft welke kleur bij welke betekenis hoort. Anders komt daar weer discussie over.

Samen bang

In de krant stond een bericht over een jonge studente die vermist werd in Frankrijk. Haar moeder had al twee dagen niks van haar gehoord en had bezorgd de politie gebeld. Een paar dagen later werd de opsporing opgeheven want de vrouw was terecht: ze was vergeten aan haar moeder door te geven dat ze een paar dagen zonder bereik zou zijn.

Mijn vrouw en ik waren voor het eerst in de Dolomieten en voor het eerst om er te wandelen en voor het eerst in jaren ook zonder kinderen. Een geweldige ervaring om in dit prachtige gebied nu eens in de zomer te zijn i.p.v. in de winter.

Tegelijkertijd was onze dochter op reis in Azië met een vriendin. We hadden zo eens in de zoveel dagen via whatsapp contact met haar. Daarnaast gebruikte mijn vrouw ook de app “zoek je vrienden” waarop je dan kunt zien waar onze dochter zoal verbleef. Op deze manier hielden we contact zou je kunnen zeggen. Niet met een vooraf afgesproken frequentie of tijdstip maar je had zo wel een beetje het gevoel een oogje in het zeil te houden.

Na een paar dagen stokte de stroom van foto’s en korte berichten, het tijdstip waarop mijn dochter voor het laatst whatsapp had gebruikt én de locatiewijzer van de “zoek je vrienden-app” was uitgeschakeld.

In het begin denk je nog van: “Ach ze zal wel in de rimboe zitten zonder bereik”, maar na verloop van tijd begint je bezorgdheid toch toe te nemen. Je denkt dan: “Het zal toch niet waar zijn dat dit ons gaat gebeuren !” Om elkaar niet al te veel op te naaien en de gemoederen rustig te houden, houd je je onheilsgedachten zo veel mogelijk voor jezelf. Zo hadden we afzonderlijk van elkaar de begrafenis al 4 keer geregeld, de politie uitgelegd dat ze verdwenen was maar geen idee waar en ook stilletjes bedacht dat als we niet snel iets zouden horen we eerder dan gepland naar huis toe zouden gaan.

Het is een wonderlijk gevoel waarbij je je sterk wilt houden, niet aan het ergste wilt denken, geen onnodige paniek wilt zaaien, proberen te genieten van de prachtige bergen, proberen te ontspannen maar wel steeds bezorgder word.

Totdat je het niet meer kunt houden en openlijk aan elkaar durft toe te geven dat je allebei vreselijk ongerust bent en dat als er vandaag geen bericht komt we de volgende dag naar huis gaan. Een paar uur later op een terras in de zon op 2800 meter aan een heerlijke apfelstrudel kregen we een appje van onze dochter: ‘sorry had geen bereik was in de woestijn op een safari’. De opluchting was groot maar niet eens echt uitgelaten want ook dan wil je de ander niet aansteken, zelfs niet als het dreigende onheil achter de rug is. Een intens gevoel dat ik nog niet eerder zo samen gevoeld heb.

Toen ik 30 jaar geleden na mijn studie besloot om 3 maanden door Azië te gaan reizen had ik met mijn vader afgesproken dat wanneer ik in een grote stad zou aankomen ik hem een telegram zou sturen dat ik oké was. Er was toen nog geen internet dus moest je naar het postkantoor (GPO) om daar een telegram te versturen. Dat kostte je toen een halve dag en het ging ook nog eens van je reisbudget af. Mijn vader kreeg dan dagen later per post een bericht met de tekst: “ I am ok “, Otto.

Ik vraag me af of mijn vader zich eigenlijk al die tijd net zoveel zorgen heeft gemaakt als ik nu in die drie dagen dat onze dochter uit de lucht was. Vast wel, maar toch anders. Vandaag kunnen we elk moment van de dag zien waar iemand is, wat iemand doet en vooral waarom. Het geeft ons een gevoel van rust, controle en veiligheid tot dat er iets onverwachts gebeurt. Dan ben je samen bang.

Follow by Email
LinkedIn
LinkedIn
Share
Instagram