Vandaag de dag een vliegreis maken is een hele toer. Niet alleen maar omdat je voor vertrek al een schuldgevoel hebt over de CO2 uitstoot die je gaat veroorzaken maar zeker ook omdat je die mallemolen van veiligheidschecks door moet om überhaupt in de vliegmachine te kunnen geraken. Ik heb dan altijd last van een autoriteitsprobleem als ik door weliswaar goedbedoelende maar daardoor niet minder irritante veiligheidsmedewerkers verzocht wordt nog net niet mijn onderbroek uit te trekken maar wel mijn broekriem, schoenen en ander verdacht materiaal waar mogelijk ongewenste explosieven in verstopt zouden kunnen zitten. De weerstand die dit bij mij oproept veroorzaakt een dermate slechte energie dat ik het niet ondenkbaar acht dat hierbij ook veel CO2 vrijkomt. Omdat we allemaal de verantwoordelijkheid hebben een bijdrage te leveren aan de reductie van dit probleem werd mij de oplossing, zoals wel vaker, van dichtbij aangereikt.
Ik reisde met mijn vrouw en zoon naar Schotland en ik maakte me in de vertrekhal al druk bij het vooruitzicht van dat cordon aan veiligheidsmensen die met een genoegzame blik ons handenwrijvend stonden op te wachten. Mijn slechte humeur stond duidelijk met kapitale letters op mijn voorhoofd geschreven. Mijn zoon zag aan mijn uitstraling al duidelijke signalen van bovenmatige uitstoot van slechte energie en vroeg aan mij: “Pa waar maak je je eigenlijk druk om?” Een vraag naar de bekende weg wat mij betreft, want we kennen elkaar al een tijdje. Waarop hij zelf het antwoord gaf met een stralende glimlach op zijn gezicht: “ Ik ben altijd blij dat deze mensen er zijn. Het geeft me een gevoel van veiligheid dat ik straks niet met een of andere bomgordelterrorist naast mij in het vliegtuig zit”. Ik dacht: “Zo kun je er ook naar kijken”.